Joyce
Wouters
Schrijfster
1985
Ik ben vervuld van glazen tranen
harde kristallen in mijn hart
Jij lacht als je me ziet staan
Maar lief, ik ben allang weggegaan
mijn gedachten zijn te verward
en woorden komen niet meer in banen.
Over vele landen wil ik lopen
onder alle bergen wil ik sterven
De naakte voetstap diep gegrift
in mijn gebarsten ruggenerven
Mijn hoofd voor altijd op de toekomst gericht.
Dit is eenzaamheid:
Een hand die op een leitje schrijft
zeepsnuiten, kleurpoezen, vangbonen.
Een lege boodschap aan mijzelf.
De stad blijft ingeslapen
er is nog maar één geluid,
een zacht gapen.
Trillend adem ik het uit.
Ik groet de eenden in de vaart
en zij groeten mij, in het dode water
drijft langzaam een vis voorbij.
Een terugblik op later.
Onder vaag belijnde herfstlucht
valt de zachte zomerdeken
Beloftes die niet zijn ingelost
meedogenloos in tijd verstreken
Het verwachtende gezicht van het
septemberkind angstig gericht
De nieuwe schooltas voor de borst
Als vergeefs beschermingsteken
Kennis vervormt tot dode vrucht.
1987
Voor Jan
Zandvoort
.
Tussen witte zeestrepen
liggend op jouw zwartleren jek
beroert jouw adem mijn nek.
Over de muren van je huid
naar jouw diepste verlangen
speuren verdwalen verzinken
langs de bordjes In en Uit
wimpers trillen op je wangen.
Golven spoelen over het strand
jouw heupen bewegen mee
op het ritme van de zee
wiegend rollen we over het zand.
De zee golft
in zachte deining
omspoelt jouw
tere verschijning.
Zelfs boven je hoofd
in zachte deining
golft de zee
Dag zee, zie de zee
kabbelend
glijdt je met haar mee.
1988
De wereld is mijn keuken.
Mijn hoofd is een pan
vol vergezichten
Onder het deksel
laag over laag
Bananenwouden en de geur
Van brandend hout in
een brekend vel.
1994
Voor Martin
.
Ik denk aan jou
het lege waddenstrand
onbegrensd
oneindig uitgestrekt
zoals jouw liefde
mij omsluit
in rust en stilte
Remembering
the sailing-vessels
on the Ijsselsea
with their red darkened sails
glittering
on the sparkling waves
like blood drops
on an empty mirror
in a constant rhythm
whispering
take life as it comes.
Ich denke an dir
Das leere Wattenmeer
unbegrenzt
im unbeschrankten Dehnung
Wie deine Liebe
mich umschleiert
im stille Ruhe
Thinking of you
the empty Frisian sea
unlimited
infinite extensiveness
as your love
enclosing me
in quietness silence.
2014
.
Rode klaproos.
Vooruit stormen met geweld
en wanhoop moed
het overhemd kleur rood
en dood
sterven in de mond
geen ochtendstond
gevoed door bloed
rode klaproos op het veld.
2015
Aap,noot, mies
.
Oude mannen & oude vrouwen
Kindgeheugen
Aap, noot, mies
Aap, bedreigde diersoort
Noot, veroorzaakt allergie
Mies is nu transgender Mike.
Bevende vingers grijpen
naar losse woorden…
Woorden
Worden.
Waar ben ik?
Wim, Zus…
Zuster?
Dek mij toe met de nevelige sluier
vol versleten herinneringen.
2016
1981
Jouw grens tegen mijn
haren, hart, hand
Voeten traag slepend
keren naar eigen land.
Gedichten 1981 - 2021
1996
1999
2007
2011
2012
2005
2003
2008
2009
2010
2017
Verstilde herfst fluistert geel
met zacht gouden blad
een verloren zomerzon.
Wrede vliegtuigstrepen
verkrassen herfstlucht
verminken hemelsblauw licht
waarin ganzen gakkend
snavels zuidwaarts gericht
in V-vorm dansen
Dag vliegtuig, dag vogels
verlonkt door verre verten.
2018
Billen vastberaden op bekrast zand
door honden en vogelpoten
schuimende uitrollers over strand
Terrasflarden, woordendiarrhee
bier bruist in dorstige kelen
overstemt hartslag van de zee.
2019
Sterven
in mei
verdwijnen
tussen fluitekruid
witte hemel.
2020
Bleke winterwolken
bollen
boven boerenkiel
uitgesleten kussens
kluiten spruiten
rollen
onder trekkerswiel
fazant ertussen
hongerige honden
hollen
stervende vogelziel
jagers verdwijnen in bussen.
Corona
Vergeefse virusvlucht
verlangende vleugels
trillen
fluisteren
verstilde zucht
2021